Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], (Want de HEERE [1]had tot Mozes gesproken: Ik zal [2]nog een plaag over Farao, en over Egypte brengen, daarna zal hij ulieden van hier laten trekken; als hij [u] geheellijk zal laten trekken, zo zal hij u [3]haastelijk van hier uitdrijven. 1. Eer Farao met dreigementen Mozes van zich gedreven had; hfdst.10 vs.28. Dit is de oorzaak waarom Mozes zo vrijmoediglijk Farao had aangesproken; hfdst.10 vs.29. 2. Zie van deze plaag, onder, vs.4,5. 3. Hebreeuws, uitstotende, uitstoten. Zie de vervulling, hfdst.12 vs.31,32,33.